Beleg

Wanneer je baby een maand of 7 is en hij/zij eraan toe is, kan je eens een korstje brood geven. Dit knabbelt makkelijk uit het vuistje weg en is een goede stap naar een boterham. Je kan beginnen met stukjes lichtbruin brood. Zo wennen de darmen van je baby rustig aan de vezels. Als dit goed gaat, kan je geleidelijk overstappen op volkorenbrood.
Smeer altijd een beetje zachte margarine uit een kuipje op brood. Dit is belangrijk, omdat veel jonge kinderen iets te weinig gezonde (onverzadigde) vetten binnenkrijgen. Meer beleg is in het begin niet nodig.

Wanneer je baby meer brood gaat eten en je beleg gaat gebruiken, kan je het beste beginnen met een beetje appelstroop of jam. Fruit is ook lekker broodbeleg, bijvoorbeeld een geprakte banaan of een stukje zachte peer. Veel mensen denken dat hartig beleg beter is dan zoet beleg. Dit is een fabeltje. Hartig beleg bevat vaak meer ongezond (verzadigd) vet. Natuurlijk is een keertje gekookte worst of 40+ kaas prima, maar kies bij voorkeur voor magere soorten. Neem bijvoorbeeld 20+ kaas of magere vleeswaren zoals kipfilet, ham of kalkoenfilet.

Neem liever geen (of weinig) smeerleverworst en smeerkaas! Dit wordt vaak gebruikt als broodbeleg voor jonge kinderen. Smeerkaas bevat echter te veel zout voor kleine kinderen en in leverworst zit veel vitamine A, dat bij veelvuldig gebruik schadelijk kan zijn. Geef je kind niet meer dan:

• 6 maanden – 1 jaar: maximaal 1-2 boterhammen (smeer)leverworst per week.
• 1 tot 3 jaar: maximaal 2-3 boterhammen met (smeer)leverworst per week.
• 4 tot 12 jaar: maximaal 1 boterham met (smeer)leverworst per dag.
• Geef je kind daarnaast niet meer dan 1 of 2 boterhammen met smeerkaas per week, of kies voor zoutarme smeerkaas als gezonder alternatief.